Het gehucht Chaumont
Chaumont ligt aan één van de wegen naar Santiago de Compostella en vlakbij de voormalige kloosterkerk van St. Quentin. De naam Chaumont komt van « Calvus Mons » (de kale berg). Vroeger was Chaumont-St. Quentin een onafhankelijke gemeente binnen de Franse regio Ardennen.
De kerk Saint Pierre van Chaumont uit de 12e eeuw heeft zich staande gehouden tijdens de aanval van de Duitse pantserwagens in mei 1940. Uit de periode « drôle de guerre » (schemeroorlog) van 3 september 1939 tot 10 mei 1940 zijn nog enkele gegraveerde bovendorpels overgebleven : « Au plat du jour, chez Maxim’s, Caverne des Grognards, Aux gueules cassées » ! (bij de dagschotel van Maxime, het hol van de brompotten met verminkte gezichten). Een vleugje humor van de beeldhouwer over het lot van de duizenden hulpeloze en verminkte mannen.
De schemeroorlog stond bekend als « drôle de guerre » (Frans voor vreemde oorlog), « phoney war » (Engels voor nepoorlog) en « Sitzkrieg » (Duits voor zittende oorlog). Dit was de periode waarin nauwelijks een militaire actie werd ondernomen, de periode tussen de oorlogsverklaring van de geallieerden (Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk) aan Duitsland op 3 september 1939 en het begin van de Duitse invasie op Frankrijk, België, Luxemburg en Nederland op 10 mei 1940. De geallieerden waren in de dorpjes maar aan het wachten op een offensief van de Duitsers. Ze verveelden zich, er gebeurde immers helemaal niets, op enkele schermutselingen na.
De Franse opperofficier was ervan overtuigd dat het onmogelijk was door het Ardense bos te trekken, dit gold volgens hem ook voor de pantsers van Hitler. De aanleg van verdedigingswerken had veel vertraging opgelopen. Een parlementaire delegatie kwam de vorderingen van de aanleg van verdedigingswerken inspecteren en ook de bewapening van de troepen die in de regio Sedan gelegerd waren. Generaal Huntziger was erg ontevreden over de toestand van de verdedigingswerken, die nog lang niet klaar waren. De bunkers hadden nog geen deuren en de soldaten waren lang niet allemaal bewapend. De soldaten waren inmiddels geïntegreerd in het dorpsleven, net als in vredestijd en stonden zeker niet meer op scherp.