Tien dingen die je niet mag missen in het Musée de l’Ardenne
Het Musée de l’Ardenne is een absolute must tijdens een bezoek aan Charleville of de Ardennen. Het museum ligt op een hoek van de Place Ducale en bevat tal van voorwerpen en artefacten die in Charleville en omgeving gevonden zijn.
Het Musée de l’Ardenne weerspiegelt het leven en de cultuur uit de streek, vanaf de prehistorie tot de huidige status als hoofdstad van de marionetten. Het museum heeft een oppervlakte van meer dan 3400 m² en bevat ronduit unieke collecties. Je komt er alles te weten over de geschiedenis van de Ardennen.
Het museum is gevestigd in een prachtig pand, dat met zorg is uitgebouwd om ruimte te bieden aan de steeds groter wordende collectie. Moderne en oude architectuur gaan er hand in hand. Het classicisme van de 17e-eeuwse architectuur vloeit moeiteloos over in de moderne uitbouw van staal, glas en hout.
Diverse moderne kunstenaars hebben werken geschonken aan het museum, waaronder beeldhouwwerken en schilderijen met de mascotte van de Ardennen, het everzwijn.
Het museum neemt je mee door de geschiedenis van de regio. Je trekt van de prehistorische artefacten langs het industriële erfgoed van de regio tot in het moderne Charleville, met poppen uit de hele wereld.
Tijdens een bezoek aan de drie verdiepingen van dit museum zijn er een aantal dingen die je absoluut niet mag missen.
1. Het everzwijn
Het everzwijn is het symbool van de Ardennen. Kom je met de auto naar Charleville, dan is de kans groot dat je langs de A34 Woinic ziet staan. Hij is dan ook moeilijk over het hoofd te zien: Woinic is een everzwijn van maar liefst negen meter hoog! Het everzwijn is het symbool en de geest van de Ardennen. Het dier is het onderwerp van vele legendes en een inspiratiebron voor heel wat artiesten, inclusief de ontwerper van Woinic, beeldhouwer Eric Sléziak.
In en om het museum zijn diverse everzwijnen te vinden, zoals op het grote schilderij in de entree en een echt everzwijn, samen met andere dieren uit de streek, op de moderne trap, die ook van buitenaf te zien is door een grote glazen pui.
2. Musketten uit het arsenaal van Charleville
Charleville was ooit een van de grootste wapenproducenten voor het koninklijk leger en gaf zijn naam aan de Charleville-musket. Het museum heeft een uitgebreide collectie Charleville-musketten en andere wapens, van eenvoudige geweren van het leger tot sierlijke jachtgeweren van de aristocratie.
De getoonde musketten getuigen van een ongelofelijk vakmanschap. Pas als je de wapens van dichtbij bekijkt, besef je hoeveel uren werk er nodig is om een wapen te maken. Extra indrukwekkend gezien de periode waarin de wapens zijn gemaakt en de technologie die toen voorhanden was.
Enkele musketten die in Charleville werden gemaakt, belandden in Amerika en werden gebruikt in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog. Het grote arsenaal werd later verhuisd naar Tulle en Châtellerault en slechts enkele kleine, private wapenmakers bleven in Charleville.
3. De geschiedenis van de leisteen- en staalindustrie
De Ardennen waren wereldberoemd om hun leisteen- en staalindustrie. Zelfs vandaag tref je nog leisteen aan als je door de Ardennen wandelt. De commerciële ontginning van leisteen werd in Charleville rond 1970 stopgezet. Tegenwoordig komt leisteen voornamelijk uit Spanje.
In het museum worden enkele tekeningen op leisteen (een prehistorisch schetsblok!) tentoongesteld. Ze behoren tot de oudste kunstvormen uit de streek.
Naast de geschiedenis van de leisteenindustrie bevat het museum ook een indrukwekkende collectie spijkers en bevestigingsmaterialen. De productie van dergelijke materialen gebeurde op kleine schaal door bekwame ijzersmeden in kleine ateliers. De collectie bevat meer soorten spijkers dan je ooit zou kunnen vermoeden!
4. De geschiedenis van de stad Charleville
Kom meer te weten over Carlo I Gonzaga, de oprichter van de stad, en bekijk de blauwdrukken van de stad die hij nooit in haar volledig afgewerkte glorie heeft kunnen zien.
Het museum toont enkele originele ontwerpen en je kunt zien welke stadsdelen hij heeft kunnen afronden en welke niet. Denk bijvoorbeeld aan zijn persoonlijke paleis nabij de Place Ducale. Dat paleis is er nooit gekomen, maar op dezelfde plek werd later wel het stadhuis gebouwd. Een mooi gebouw, maar weliswaar iets bescheidener dan wat Gonzaga voor ogen had.
Carlo I Gonzaga wilde een perfecte stad bouwen die gericht was op handel en ambachten. De straten van de stad moesten gestructureerd worden aangelegd en rond het hoofdplein, de Place Ducale, zouden prachtige gebouwen moeten komen. Het overgrote deel van de stad werd gebouwd in een lokale, honinggouden steen. Hoewel er enkele gebouwen sneuvelden tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog, bleef het grootste deel van de stad onaangetast. Dat kwam door de snelle Duitse bezetting in de Eerste Wereldoorlog en de beperkte strategische waarde in de Tweede Wereldoorlog.
Charleville bleef grotendeels onaangetast, maar Mézières, aan de andere kant van het water, kreeg het veel zwaarder te verduren tijdens de Eerste Wereldoorlog. In 1920 werd de stad weer opgebouwd met steun van de Engelse stad Manchester. Sindsdien is er een lange en intense vriendschap tussen de twee steden gegroeid. Zo kan het dus zomaar gebeuren dat je in Charleville bordjes met ‘Hôpital Manchester’ ziet!
5. 3D-modellen van oude schilderijen
Met behulp van 3D-printers zijn een aantal portretten en schilderijen van het museum nagemaakt. Die modellen geven slechtzienden de kans om het beeld van een schilderij als het ware te voelen. Een bijzonder knap staaltje techniek dat een moderne en veelzijdige draai aan het museum geeft.
Het gerucht gaat dat Carlo I Gonzaga op de meeste schilderijen iets knapper is afgebeeld dan hij in werkelijkheid was. Dus wees niet verbaasd als hij er op de schilderijen telkens wat anders uitziet!
6. Reconstructie van een interieur uit de Ardennen
Als je door het museum wandelt, kom je langs een aantal voorbeelden van Keltische en Romeinse glaskunst voordat je iets minder ver in de tijd gaat, met de levensechte reconstructie van een authentiek interieur uit de Ardennen.
In deze kamer zie je potten en pannen boven een haardvuur, spullen om te wassen, meubels, kinderbedjes en manden uit het begin van de 20e eeuw. Je gaat echt terug in de tijd en je kunt je haast inbeelden hoe iemand boven het vuur staat te koken, terwijl iemand anders in de weer is met een van de eerste voorbeelden van een ‘wasmachine’.
7. De apotheek van het oude Hôtel-Dieu
De voormalige apotheek van Hôtel-Dieu, gebouwd in 1756, werd onlangs in al zijn glorie naar een hoek van het museum verhuisd. Op de originele versierde houten planken en kasten zie je 120 originele aardewerken potten uit Nevers. Hier werden de medicijnen en zalfjes van de oude apotheek in bewaard.
Het is ronduit indrukwekkend en zelfs ietwat surreëel om het volledige interieur van de apotheek in het museum te zien.
8. Puppets from around the world
Het absolute hoogtepunt van het museum is ongetwijfeld de indrukwekkende poppencollectie.
Charleville is uitgegroeid tot de poppenhoofdstad van de wereld, met elk jaar het ‘Wereldfestival voor Marionettentheaters’, dat artiesten en acteurs uit de hele wereld samenbrengt.
Op het festival, dat de stad een week lang vult met tal van festiviteiten, zie je poppen in allerlei geuren en kleuren in de straten, de school en op tal van andere locaties. Zeven dagen lang zijn er drie keer meer mensen dan normaal in Charleville! Reserveer dus ruim op tijd als je dit spektakel wilt meemaken.
Lukt het je niet om het festival te bezoeken? Dan is de indrukwekkende poppencollectie van het museum een goed alternatief. Elk jaar worden er andere poppen tentoongesteld, zodat ze niet te veel aan het licht worden blootgesteld. Te veel licht zou de poppen immers kunnen beschadigen. En als je dan nog een keertje op bezoek komt, zie je niet steeds dezelfde poppen.
Het museum bevat poppen uit Thailand, Duitsland, Japan en de rest van de wereld. Er zijn poppen die verhalen vertellen over artiesten, sprookjes en folklore. Erg leuk zijn de poppen die het leven van Van Gogh vertellen en de poppen die het verhaal van Sneeuwwitje en de zeven dwergen tot leven wekken.
Er zijn ook schaduwpoppen en er is een interactieve ruimte waar kinderen (en volwassenen) hun eigen schaduwpoppenspel kunnen opvoeren.
Naast de vaste collectie die je het hele jaar door kunt bewonderen, zijn er ook steeds een aantal speciale tentoonstellingen. In het verleden was er bijvoorbeeld regelmatig een poppencollectie van UNIMA (Union Internationale de la Marionette, de Internationale vereniging voor poppenspelers) te bewonderen.
In het museum komen poppencollecties uit de hele wereld aan bod om continenten en culturen samen te brengen. Internationalisme is het kloppende hart van de tentoonstellingen. Via poppen en poppentheater wil men mensen samenbrengen en bruggen bouwen tussen verschillende culturen.
De poppen zijn een kleurrijk feest voor het oog. Je zult zien dat er nog veel meer bestaat dan de poppen uit Sesamstraat … Net zoals de vele andere tentoonstellingen in het museum zijn de poppen een voorbeeld van wat getalenteerde vakmensen kunnen verwezenlijken.
9. Le Grand Marionnettiste (de grote poppenspeler)
Le Grand Marionnettiste is een van de beroemdste trekpleisters van Charleville. Deze grote poppenspeler geeft elke dag van het jaar meerdere voorstellingen. Le Grand Marionnettiste is een reusachtige goudkleurige pop die elke dag op het uur, van 10.00 tot 21.00 uur, een poppenvoorstelling laat zien. Als de klok het uur nadert, komen mensen samen rond de grote poppenspeler om de poppen tot leven te zien komen.
Elk optreden duurt slechts een tweetal minuutjes en vertelt gedurende de dag het beroemde verhaal van de Vier Heemskinderen, een middeleeuws verhaal rond de vier zonen van ridder Heems en hun magische paard, het Ros Beiaard.
Heb je geen zin om elk uur terug te komen maar wil je toch weten hoe het verhaal afloopt? Dan kun je alle tien afleveringen van het verhaal elke zaterdagavond om 21.00 uur achter elkaar bekijken.
10. Moderne kunst
Naast de oude, historische artefacten en kleurrijke poppen zie je in het museum ook nog heel wat moderne kunst.
De combinatie tussen oud en nieuw geeft het museum een unieke dimensie. Beelden van everzwijnen, reusachtige ballen van wol en moderne architectuur brengen de creatieve ziel in jezelf naar boven en zijn een echt feest voor je verbeelding.
Het Musée de l’Ardenne zit heel goed in elkaar en biedt een uitgebreid scala aan geschiedenis waarin je altijd wel iets vindt wat je interesseert. Het museum is zeker een bezoekje waard als je in Charleville of de omgeving verblijft.