"Mémorial des chasseurs d'Afrique" (Mémorial van de ruiters in Afrika)
De Pruisische en Beierse artillerie waren in 1870 efficiënter en groter dan de Franse artillerie en konden dan ook de vijand snel neutraliseren. Met hun uiterst precieze schoten hebben ze schaamteloos de dappere strijders uit de Franse regimenten van Afrikaanse jagers, Huzaren en Kurassiers vermoord.
De cavalerie-eenheden van Generaal Margueritte konden in deze kansloze situatie alleen nog strijden voor de eer. Hun heldendaden zijn dan ook de laatste en de meest pathetische daden uit de Franse cavaleriegeschiedenis.
Het monument en de steles van de 12 regimenten van Afrikaanse jagers, die links en rechts van het centrale monument verspreid staan, is weldegelijk opgericht ter nagedachtenis aan de Afrikaanse jagers. Maar op het monument, ontworpen door de beeldhouwer Emile Guillaume, staat een inscriptie die verwijst naar de hele Franse cavalerie: « A l’honneur de la cavalerie française » (ter ere van de Franse cavalerie). Er bestaat dus geen twijfel over het nationaal belang van deze plaats. Dit monument wordt ook wel het monument van « les Braves Gens » (de dappere strijders) genoemd, omdat de koning van Pruisen, Willem I, verbaasd was over de heldenmoed van deze strijders en uitriep : « Ah, les Braves Gens », (Ah, de dappere strijders), terwijl hij de strijd vervolgde op weg naar Frenois.
In 1950 zijn hier aan de voet van het monument onder een grote steen de lichamen geplaatst van luitenant-kolonel Liniers, de commandant van het 3e regiment van Afrikaanse jagers en van ongeveer 150 officieren en cavaleristen die gesneuveld zijn tijdens de gevechten. Ze lagen eerder begraven aan de voet van de oudste eik van Sedan, dat nog altijd een herdenkingsplaats is en ook wel « Fond de Cazal » wordt genoemd.
Bijkomende informatie
- Voorzieningen : Schaduwrijke tuin, Parkeerplaats, Toegang voor gehandicapten